Ik hou van poëzie. Het is me ook met de paplepel ingegoten. Mijn vader is dichter en dat zeg ik met trots. We houden allebei van taal, van woorden en de waarde van die gearrangeerde letters. Het schijnt dat Iran een van de weinige landen is waar bijna iedereen nog een of meer gedichten uit het hoofd kan reciteren. De Arabische wereld heeft talloze geweldige dichters voortgebracht. De Libanees Khalil Gibran bijvoorbeeld schreef een prachtig gedicht over kinderen: 'Your children are not your children'. Wat zou een land zijn zonder dichters?
Woorden, taal kan ons verheffen. Dat wat je schrijft of zegt of zingt of voordraagt kan iemand maken of breken. En hoewel er door niets zoveel misverstanden zijn ontstaan als door taal is er ook niets waarvan zoveel kracht, zoveel schoonheid, zoveel liefde en troost kan uitgaan. Ach, dat weet elke schrijver en elke dichter.
Daarom is poëzie levensstof. Gedichten helpen je om het leven te bevatten en om dat wat je niet kunt bevatten in elk geval vast te grijpen en concreet te maken. Ongeveer zoals in de meeste vragen het antwoord al besloten ligt. Of, zoals Annejet van der Zijl gisteren tijdens Zomergasten zei: 'Ik begrijp niets van de dood'. Een gedicht kan je misschien niet helpen om het te begrijpen; het kan je wel helpen om het te verwerken. Om het vertrek van een dierbare tastbaar, voelbaar te maken. Om datgene te zeggen wat je zelf misschien niet in woorden kunt vatten. En daarom zijn dichters onze ware helden. Door hoe zij het leven en alle mysteries die daarbij horen weten weer te geven in woorden en zinnen en strofes helpen ze de lezer verder. En nee, niet met antwoorden. Nee, juist door vragen achter de vragen. Door context en verrassing. Door verwondering en verbazing. Door grimmigheid en lichtvoetigheid. Door zwaarmoedig en humoristisch te zijn. Door een komma en een punt te zetten. Door weg te laten en nog meer weg te laten.
Dichters omarmen de taal. Ze verwarmen die voor, zodat wij de warmte kunnen ervaren, kunnen opnemen. Ze verlichten wat donker, wat zwaar is. En hun aaneengeregen woorden dichten de gaten die soms in ons leven vallen. En daarvoor danken wij de dichters.